Laat het vlees eerst op kamertemperatuur komen, neem hier zo'n 2 uur de tijd voor.
Dep het vlees goed droog en doe het in een grote kom. Bestrooi het met zout en peper, schep het vervolgens even om.
In een ruime braadpan doe je een 40 gram roomboter en bak je de eerste helft van het vlees rondom bruin. Deze haal je vervolgens uit de pan. Dan bak je de andere helft rondom bruin. Daarna voeg je ze samen en bak je het rondom bruin. Voeg eventueel nog wat zout en peper toe.
Haal het vlees uit de pan. Bak vervolgens de spekjes in het overgebleven bakvet, zo'n 3 minuten op hoog vuur. Haal deze eruit met een schuimspaan en laat het uitlekken op keukenpapier.
Ondertussen schil je de winterpeen. Deze snij je in plakjes. Dit doe je in de pan in het overgebleven bakvet zodra de spekjes eruit zijn. Vervolgens snipper je de ui en pers je de knoflook. Dit doe je vervolgens ook in de braadpan. Laat dit even op middelhoog vuur, zo'n 3 minuten.
Voeg de bloem toe, laat dit vervolgens zo'n 5 minuten op laag vuur bruin worden.
Doe het vlees weer terug in de pan. Voeg ook de fond, wijn, laurierblaadjes en tijm toe. Laat dit op laag vuur zo'n 3 uur stoven. Houd de deksel op de pan.
Begin alvast met het schoonmaken en snijden van de kastanjechampignons. Pel en halveer de sjalotten ook alvast.
Na 3 uur stoven bak je de sjalotten in een aparte koekenpan met een flinke klont boter rondom goed goudbruin. Deze voeg je vervolgens toe aan de stoof.
In diezelfde koekenpan bak je de kastanjechampignons. Voeg indien nodig wat boter toe. Zodra deze klaar zijn voeg je deze ook toe aan de stoof.
Voeg de spekjes toe aan de stoof en laat dit vervolgens nog 1-2 uur stoven op middel tot laag vuur, zonder deksel. Zo kookt het een beetje in.
Is het vlees goed mals? Haal dan de laurierblaadjes uit de pan en bind de boeuf nog een beetje indien nodig.